Spaghetti met schorseneren in champignon-tomatensaus

Schorseneren worden niet veel meer gegeten, omdat het schoonmaken lang duurt. De smaak is heerlijk en doet denken aan asperges of artisjokken. Bij het schillen van schorseneren komt er een wit, plakkerig sap vrij dat vlekken aan je handen kan geven. Om deze reden noemden ze schorseneren vroeger ook wel ‘keukenmeiden verdriet’.

1. Zet een kom met citroenwater (of azijnwater) klaar. Was de schorseneren grondig onder de kraan en schil met een dunschiller tot je mooie witte stengels overhoudt. Snijd in stukken van 5 cm en leg direct in het citroenwater om verkleuren te voorkomen. Giet daarna het citroenwater weg.
2. Breng een pan met water en een snuf zout aan de kook en kook de schorseneren 10 minuten op een middelhoog vuur. Giet daarna het water af en laat even uitdampen.
3. Breng water met een snuf zout aan de kook. Kook de spaghetti in 8 minuten al dente. Giet daarna het water af en zet afgedekt opzij.
4. Pel en snipper sjalotten. Veeg de champignons schoon en snijd in plakjes of in vieren. Verhit olie in bakpan en fruit de sjalotten 2 minuten. Voeg de champignons toe en bak goudbruin. Doe de tomatenblokjes en voorgekookte schorseneren erbij en verwarm alles nog 5 minuten. Breng op smaak met de Italiaanse kruiden, Thaise basilicum, zout en peper.
5. Rooster de pijnboompitjes in een droge bakpan bruin. Verdeel de spaghetti met de groentesaus over de borden en strooi de pijnboompitjes erover. Garneer met de verse Thaise basilicum.