Romige kastanje-paddestoelensoep met purple kers en desembrood

Wat deze soep zo bijzonder maakt zijn de tamme kastanjes. Tamme kastanjes zijn herkenbaar aan het puntje aan de bovenkant en zijn eetbaar (in tegenstelling tot de ronde, wilde kastanjes). Op de een of andere manier eten we niet zo vaak kastanjes en zien we het meer als een luxe-product. Dat is jammer, want ze zijn heel voedzaam en barsten van de vitamines. Het voordeel van voorgekookte kastanjes is dat je ze niet hoeft te pellen. Daarnaast kun je ze lekker snel bereiden.

1. Verwarm de oven voor op 180 ºC en bak het brood volgens de aanwijzingen op de verpakking knapperig en gaar.
2. Pel en snipper de ui. Snijd de knolselderij in plakken, schil de plakken en snijd klein. Snijd de voorgekookte kastanjes klein. Veeg de kastanjechampignons schoon en snijd in plakjes. Bereid de bouillon.
3. Verwarm olie in een ruime soeppan en fruit de ui 2 minuten op een middelhoog vuur. Voeg de kastanjechampignons toe en bak al omscheppend 3 minuten mee (bewaar een paar mooie plakjes voor de garnering). Doe de knolselderij en kastanjes erbij en schep alles goed om. Schenk de groentebouillon in de pan en breng aan de kook. Laat de soep afgedekt 30 minuten zachtjes koken. Check met een vork of de knolselderij gaar is en pureer de soep met een staafmixer. Proef en breng eventueel verder op smaak met zout en peper. Voeg desgewenst extra water toe als je de soep te stevig vindt.
4. Verhit olie (of boter) in een bakpan en bak de rest van de kastanjechampignons al omscheppend 3-4 minuten tot ze goudbruin kleuren. Breng op smaak met versgemalen peper en zout.
5. Klop de crème fraîche los met een beetje water. Serveer de soep in mooie kommen en garneer met de champignons, purple kers en room. Heerlijk met het versgebakken brood.