Risotto met citroen-knoflookkip kastanjechampignons en boerenkool

Risotto lijkt altijd een eeuwigheid te duren, maar eigenlijk valt het wel mee. Maar toch blijft ook gelden: waar je vol liefde in blijft roeren is vaak nog veel lekkerder. Zo ook deze risotto.

1. Bereid de bouillon. Pel de knoflook en snijd de helft fijn. De rest van de knoflook plet je (bijvoorbeeld met de platte kant van je mes).
2. Verhit olie in een braadpan en bak de kipdijbeenfilet rondom aan (snijd eventueel in grove stukken). Doe de geplette knoflooktenen erbij en kruid met zout en peper. Blus af met de helft van de citroensap en een scheutje water en breng op smaak met tijm. Roer even door, zet het vuur laag en laat afgedekt 20 minuten smoren.
3. Verhit intussen olie in een ruime bakpan en fruit de fijngesneden knoflook 2 minuten. Spoel de risotto in een zeef onder de kraan en bak 2 minuten mee. Schenk de bouillon erbij totdat de risotto net onder water staat. Roer regelmatig en laat de risotto het water opnemen. Herhaal dit totdat alle bouillon is opgenomen en de risotto beetgaar is. Dit duurt 25-30 minuten. Zet eventueel het vuur wat hoger als de risotto te vochtig blijft of voeg wat water toe als de risotto te droog is.
4. Veeg de kastanjechampignons schoon en snijd in de lengte in plakjes. Was de boerenkool en snijd klein. Verhit olie in een bakpan en bak de kastanjechampignons op een hoog vuur goudbruin. Voeg de boerenkool toe en bak nog eens 3 minuten. Breng op smaak met zout en peper. Schep de groente op het laatste moment door de risotto. Maak de risotto smeuïg door een klontje boter, citroenrasp en -sap toe te voegen.
5. Verwijder voor het serveren de knoflooktenen uit de saus bij de kip. Knijp de nu zachte teentjes uit en meng door de saus. Doe de kip bij de risotto en roer goed door. Serveer de risotto met groenten en de knoflookkip.