Kastanje-knolselderijsoep met purple cress en meergranenstokbroodje

Wat deze soep zo bijzonder maakt zijn de tamme kastanjes. Tamme kastanjes zijn herkenbaar aan het puntje aan de bovenkant en ze zijn eetbaar (in tegenstelling tot de ronde, wilde kastanjes). Op de een of andere manier eten we niet zo vaak kastanjes en zien we het meer als een luxe-product. Dat is jammer, want ze zijn heel voedzaam en barsten van de vitamines. Het voordeel van voorgekookte kastanjes is dat je ze niet hoeft te pellen. Daarnaast kun je ze lekker snel bereiden.

1. Verwarm de oven voor op 200 ºC en bak het stokbrood in 10-15 minuten knapperig. Bereid de bouillon.
2. Pel en snipper de ui. Veeg de kastanjechampignons schoon en snijd in plakjes. Verhit olie in een ruime soeppan en bak de ui en champignons 2 minuten op een middelhoog vuur (bewaar een paar mooie plakjes voor de garnering).
3. Snijd intussen de knolselderij in plakken, schil de plakken en snijd in kleine blokjes. Snijd de kastanjes klein. Bak enkele minuten mee en schenk de groentebouillon erbij. Breng aan de kook en laat de soep afgedekt 20-25 minuten zachtjes koken.
4. Check met een vork of de knolselderij gaar is en schep wat knolselderijblokjes en kastanjes uit de soep. Doe de helft van de crème fraîche erbij en pureer de soep met een staafmixer. Proef en breng eventueel verder op smaak met zout en peper. Voeg desgewenst extra water toe als je de soep te stevig vindt.
5. Verhit olie (of boter als je dat lekkerder vindt) in een kleine bakpan en bak de rest van de kastanjechampignons in 3-4 minuten goudbruin. Breng op smaak met versgemalen peper en zout.
6. Schep de soep in mooie borden of kommen. Klop de overgebleven crème fraîche los met een beetje water en druppel dit over de soep. Garneer de soep met de knolselderijblokjes, gebakken kastanjechampignons en purple cress en serveer met het stokbroodje.