Bulgur met koolrabi, venkel rozijnen en kalfsgehakt

Koolrabi is het ‘neefje’ van broccoli en bloemkool. Deze bijzondere groente heeft een pittige smaak en is heel veelzijdig. Je kunt koolrabi rauw eten, koken, smoren, roerbakken. Rauw heeft koolrabi iets weg van radijs, maar de smaak van koolrabi is wat zoeter. Proef het maar eens. We gaan in dit gerecht de koolrabi eerst even koken en daarna bakken.

1. Breng een pan met water (of bouillon) aan de kook. Kook de bulgur in 8 minuten gaar, giet het water af en zet afgedekt opzij.
2. Laat de rozijnen wellen in lauw water. Giet daarna het water af.
3. Breng een pan met een klein laagje water aan de kook. Schil de koolrabi en snijd in kleine blokjes. Was de venkel, verwijder de harde kern en het venkelgroen en snijd klein. Kook de koolrabi en venkel in 5 minuten beetgaar. Giet het water af en laat uitstomen.
4. Pel en snipper de ui en knoflook. Verwarm olie in een bakpan en bak het gehakt samen met de ui en knoflook rul. Voeg de voorgekookte koolrabi en venkel toe en bak 5 minuten mee. Breng op smaak met zout en (chili)peper.
5. Meng alle ingrediënten door elkaar en garneer met de verse dille.