Biefstukreepjes met champignon-roomsaus en wedges

Aardappelwedges zijn eigenlijk gewoon friet, maar grof gesneden, een beetje rustiek. Omdat de schil blijft zitten, bevatten ze ook iets meer vezels en voedingsstoffen dan gewone friet. En: door hun vorm hebben ze meer knapperige randjes én een zacht midden, dus eigenlijk het beste van twee werelden.

1. Verwarm de oven voor op 200 °C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Was of schil de aardappels, snijd in wedges en doe in een kom. Besprenkel met olie en breng op smaak met tijm, zout en peper. Spreid uit over de helft van de bakplaat. Schil de wortelpeterselie en snijd in plakjes. Besprenkel deze ook met olie en breng op smaak met zout en peper. Spreid dit uit over de andere helft van de bakplaat. Rooster voor 20-25 minuten in de voorverwarmde oven.
2. Dep de biefstukreepjes droog met keukenpapier. Verhit olie in een wok of bakpan en roerbak de biefreepjes kort. Het is lekker als het vlees nog rosé is vanbinnen. Breng op smaak met zout en peper.
3. Pel en snipper de ui. Veeg de champignons schoon en snijd in plakjes of in vieren.
4. Verwarm olie in een bakpan. Bak de champignons en ui en breng op smaak met tijm, zout en peper. Voeg de zure room toe om het romig te maken. Laat de champignonsaus even sudderen.
5. Schep de biefreepjes op borden en serveer de aardappelwedges met wortelpeterselie ernaast. Schep de champignonsaus eroverheen.